Openingsspeech Stijn Peeters
Op de Boekpresentatie 99 Beds
 
Welkom.
Voordat Mo mijn vriend werd kende ik haar niet. Maar na een Pecha Kucha in het Gaslab, waar ik vertelde over een project waar ik op dat moment al een jaar mee bezig was, (het zou in totaal twee jaar duren,) wilde Mo Swillens Hyven, en vooruit meteen Machiel, Joey, Asha en Marijn ook maar!
 
Voor de mensen die Mo kennen, en dat zijn we vandaag bijna allemaal , is dat een van de mooie karaktertrekken van Mo, ze weet iedereen in haar omgeving enthousiast te maken met een enorme positieve nieuwsgierigheid naar alles wat leuk, interessant of bijzonder is.
 
Ze werd een enthousiast volger en leverde  vele nieuwe vrienden en suggesties aan. Ook  steunde ze me met opwekkende berichtjes. En misschien heeft ze toen ook wel eens gefantaseerd over megalomane projecten. Misschien dacht ze : wat Stijn kan, kan ik ook.
Zo’n project begint met een stap, gevolgd door de tweede en een voor een ontstaan de beelden totdat het verhaal klaar is.
Of misschien was ze gewoon nieuwsgierig naar de gevolgen van een ooit genomen besluit. Een besluit waarvan je je op een gegeven moment afvraagt of je wel bij je gezonde verstand was, of je het eigenlijk, nuchter beschouwd ooit geweest bent.  Ieder rationeel mens doet dat soort dingen niet, het  risico is te groot, persoonlijk en financieel, het gaat ten koste van je gezin. Ik ben toch niet gek! Hoor ik ze bij de Media markt, hier iets verderop brullen.
 
Maar kunstenaars zijn geen rationele mensen, ze kunnen het niet laten risico’s op te zoeken, voor hen is het onbekende, het onmogelijke, in de wereld of in jezelf  enorm aantrekkelijk. Ze nemen onverantwoorde risico’s, gewoon, omdat het moet en ik denk soms ook  dat kunstenaars  andere mogelijkheden van samenleven  willen laten zien. Alternatieven tonen voor het harde neo-liberale  model waarin de politiek ons wil vangen.
 
Mo denkt over dit soort dingen na. Wat is het raadsel van de creativiteit?  Waar ontstaat die onrust, die noodzaak om je hart te volgen, tegen alle beter weten in en wat is daar voor nodig? Hoe richt je je leven in?  Iedere kunstenaar heeft strategieën ontwikkeld, methodes om  jezelf te blijven verrassen en tegelijkertijd een sociaal mens te blijven. 
Kunstenaar ben je niet alleen in je atelier of studio, in de oefenruimte of concertzaal, je bent het ook als je met je kinderen in de wachtkamer van de dokter zit of op de tribune van de kunst-ijsbaan om maar wat te zeggen. Kunstenaar ben je 24/7.  Dan wordt de mens achter de kunstenaar soms moe, dan wil hij naar bedje toe. Even het dekbed over je hoofd en even niets meer, bijtanken.
 
Zo stel ik me voor dat Mo gefascineerd raakte over die privé-plek, niet de werkruimte maar de rustruimte waar dromen zich verzoenen met het lichaam. Ik vraag me af ,( zal het straks eens aan Mo vragen) of ze bij aanvang al wist dat ze voor het getal 99 zou gaan. 99 slaapplekken, 99 ruimtes, 99 bedden. Wel veel, maar behapbaar. Tegelijk is het ook wel een mooi beeld , het heeft iets liefs, een onschuldig bed, een  lepeltje –lepeltje-situatie.
 
En zo ontstonden ze,  de portretten, 1, 2, 3 4… Vrienden in het begin, maar dan nog, wie vraagt er aan zijn vrienden of je een foto van ze mag maken in hun slaapkamer?  En dan later onbekenden, nog ingewikkelder, maar ik merkte aan mezelf dat ik zo’n onverwachte vraag eigenlijk best leuk vond. Wel dacht ik dat Mo een bepaald plan had of dat haar een ideaal beeld voor ogen zweefde. Het was mooi om mee te maken dat het beeld ontstond vanuit een wisselwerking, tussen Mo en mij , de attributen, de licht-omstandigheden en de beperkte ruimte.  Het lijkt alsof ze intuïtief gebruik kan maken van al deze input en terwijl ze gezellig met je praat drukt ze af en toe op de sluiter. Als ik nu door het boek blader en de foto’s  bekijk zie ik dat ze ondanks de gezellige babbel heel erg geconcentreerd heeft gekeken, de foto’s kloppen , ze werken, zijn komisch of ontroerend, esthetisch of direct en gruizig. En ze zijn ongelooflijk prettig om te bekijken.
 
Afgelopen zondag kreeg ik van Mo een inkijk-exemplaar en ik heb het boek sindsdien vele malen bekeken. Mo vroeg: “wat is je favoriete foto?”
Een onmogelijke vraag, want posities veranderen, sommige foto’s  grijpen je meteen, andere hebben meer tijd nodig.
Een foto die me aanvankelijk niet zo opviel  was die van Mart Benders.  Je ziet een wat oudere vrouw met halflang haar, ze zit op haar bed, ze is gekleed, maar heeft het dekbed over haar benen. Haar gekruiste armen heeft ze losjes op haar buik en het dekbed gelegd. Stevig ingestopt, veilig. Haar iets geopende mond en haar peinzende blik die net naast de camera omhoog kijkt doen vermoeden dat ze zoekt naar een woord  of een omschrijving. Wat opvalt in deze foto zijn de foto’s van een oudere  man, ik tel er vijf, op de centrale foto kijkt hij direct in de camera.  Ze staan op een plankje achter het bed. De plek naast Mart in het tweepersoonsbed is leeg, wel staat er een groot kussen tegen de rugleuning, onder de foto’s van de man. Kijkend naar de foto bedacht ik scenario’s, alles is mogelijk en je zult er nooit achter komen, dat raadselachtige maakt dat je langer blijft kijken. De andere voorwerpen leken allemaal vrij normaal, een prentbriefkaart, boeken, een schemerlamp, op de vensterbank een kruiskopschroef, waarschijnlijk uit een meubel gevallen, die moet iemand er nog ooit indraaien. Een wit stuk karton of een spiegel, dat is niet goed te zien, maar achter de foto’s van de man staat iets raadselachtigs. Een rond blikje met een deksel. Er aan vast, als de hengsels van een emmer, zit een groot handvat , bovenaan gedraaid hout, en aan het handvat nog een aparte beugel. Bij beter kijken bedacht ik dat je, door deze beugel naar beneden te doen, het deksel klemvast op het blikje kunt duwen, het is een pannetje! Maar een pannetje met miniatuur-oortjes! Die zijn niet nodig om te dragen, door het handvat wordt je pannetje een tasje en kun je warm eten vervoeren.  Bij dit voorwerp zou je zo wéér een verhaal kunnen bedenken en zo zit iedere foto vol met aanwijzingen, verhaallijnen en ik zal me beheersen, jullie moeten zelf maar kijken.
 
Wat ik ook mooi vind is dat aan veel foto’s te zien is dat kunstenaars erg flexibel en mobiel zijn, er wordt geslapen tussen verhuisdozen en kastjes die nog in elkaar gezet moeten worden. Je ziet veel provisorische bedden in ateliers, schoollokalen en op tijdelijke locaties. Bedden op deuren en pallets, in tenten, op de grond. Je zou er een mooi lijstje van kunnen maken, zoals je dat ook zou kunnen doen van knuffels, boeddha’s, huisdieren, kinderen, boeken, kamerplanten, Billy-kastjes, schemerlampjes, tasjes, beauty-artikelen en drankflessen-verzamelingen, telefoons en wekkers én kunstwerken.
 
Nog zo’n raadsel, er is iets vreemds aan de hand op de foto’s van Tim Enthoven en Julia Veldman, ze hebben beiden hetzelfde kunstwerk hangen. Spiegel, vensterbank, radiator en raam zitten op beide foto’s op dezelfde plek en tegelijkertijd zijn er opvallende verschillen. Bekijk het zelf in dit mooie boek.
 
Mo, wat was het veel werk en wat heb je een avonturen meegemaakt!  Zonder opgeladen batterij de trein ingestapt. Zelfs een keer in winters noodweer en vertragingen van een halve dag blij een trein ingestapt die vervolgens helemaal de ander kant op reed. Een andere keer zag je 19 ooievaars in 4 minuten. Je maakte combi-reizen, Utrecht, Rotterdam , Schiedam en terug. Was hele dagen onderweg voor een foto.
En natuurlijk alle ontmoetingen met je modellen, de verhalen, ik denk dat Joey, Asha en Marijn af en toe wel eens dachten: “ja nu effe niet Mam!”  Maar ik denk dat jullie ook erg trots zijn op Mo.
 
Op je facebook zag ik een berichtje: “47, dat is toch bijna de helft?”
 
Want wat heb je naast het reizen en fotograferen ook hard gewerkt bij het Grafisch atelier Daglicht !  Je kreeg er zelfs een bijnaam; Mo Toyobo. 
Twee weken geleden zat je met een lieve, doodmoede grijns op je gezicht, die grijns zat ergens tussen de zwarte vegen,  op je krukje 6  toyobos af te slaan en zei: “ik moet hier zitten van mezelf”.  En toen Machiel papier kwam brengen en hij weer met een boodschappenlijstje in de hand vertrok zei je tegen hem: “ik wil niet meer, ik wil met jou op de bank”.  Je deed een opvallende ontdekking ;“Ik wist niet dat je spierpijn kunt hebben in je vingers” Maar  je mooiste uitspraak vind ik “als iets leuk is kan een mens veel hebben”.
 
Dat is uiteindelijk waar het om gaat Mo, je hebt risico’s genomen, laten zien dat je enorm stress-bestendig bent, want over de hobbels zullen we het vanavond niet hebben. Je hebt keihard gewerkt, maar het resultaat is adembenemend. Je kunt trots op jezelf zijn. Het is een plezier om door de tentoonstelling te lopen en het prachtig vormgegeven boek is een document.  En ik zou iedereen op willen roepen om nog een extra exemplaar aan te schaffen om aan vrienden cadeau te doen. De feestdagen komen er weer aan dus … Mo, een hele fijne feestelijke avond en ook voor allemaal: “veel plezier!”